aanbreken

aanbreken
{{aanbreken}}{{/term}}
I 〈onovergankelijk werkwoord〉
[beginnen] naître
voorbeelden:
1   de dag brak aan le jour se levait; 〈figuurlijk〉 le jour arriva
     het moment is aangebroken om le moment est venu de
II 〈overgankelijk werkwoord〉
[voorraden aanspreken] entamer
voorbeelden:
1   kisten aanbreken ouvrir des caisses

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем написать курсовую

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”